Interview Dust Bolt

Artiest: Dust Bolt

Geïnterviewden: Lenny (gitaar, vocals), Bene (bas)

Interview afgenomen in: De Warande, Turnhout

Label: Napalm Records

Enkele uren voor hun optreden in het voorprogramma van Obituary ontmoet ik Lenny en Bene in de backstageruimte van De Warande. De twee jonge muzikanten zijn duidelijk onder de indruk van de netheid en uitrusting van hun tijdelijke verblijfplaats. Nog voor ik mijn kont op een stoel heb kunnen ploffen rent Bene al richting bar om een koffie voor me te halen. Als ik grappend vraag waar mijn koekje blijft kijkt hij gemeend beteuterd, als was ik zijn vader die hem een berisping gaf. Doch vergis je niet, ondanks hun prille leeftijd weten ze wel degelijk wat ze willen.

Jullie zijn op tournee met Obituary, een oldschool death metalband, is dat geen vreemde tourpartner voor een thrash band als Dust Bolt?

Lenny: Misschien wel ja, maar wij vinden zo’n afwisselende line-up wel leuk. Het zou toch een beetje saai zijn als je een affiche hebt waar alleen maar thrash op te vinden is? We zijn trouwens heel blij om met Obituary op de baan te mogen en ik ben ervan overtuigd dat ook veel van hun fans van een portie thrash houden. Het geeft ons zeker een kans om op te treden voor een publiek dat we misschien anders wat moeilijker bereiken.

Bene: we zijn ook de jongste band op deze tour en leren heel veel van de gasten van Obituary en Mpire Of Evil.

Wat was op deze tour al het beste optreden?

Lenny: eerlijk waar, we hebben tot nog toe nog geen slechte show gespeeld, maar als ik er één moet uitkiezen dan is het wel de gig in Parijs. Al tijdens het eerste nummer was er een circle pit en het aantal mensen dat het podium opklom om te stagediven was niet meer te tellen. We wisten echt niet wat te verwachten van Frankrijk omdat we er nog niet gespeeld hadden maar Parijs was dus fantastisch en ook in Toulouse ging het publiek uit z’n dak.

Hoe komt het toch dat Duitsland zo’n vruchtbare grond is voor thrash?

Lenny: Misschien heeft het wel mee te maken dat thrash, en metal in het algemeen, zo’n beetje een traditie geworden is, een soort culturele erfenis als het ware. Nu, de meeste van die bands komen uit de regio Essen terwijl wij afkomstig zijn van Beieren waar er veel minder bands zijn. Je kan als band ook rekenen op heel veel ondersteuning, er zijn veel repetitielokalen die je voor een prikje kan huren en dat helpt.

Bene: Duitsland is over het algemeen redelijk conservatief en ik denk dat het dan logisch is dat er een tegenreactie op komt, hoe conservatiever het volk, hoe meer jonge gasten zich via muziek daartegen willen afzetten.

Jullie komen uit de omgeving van München, hoe is het muzikale klimaat daar?

Lenny: wijzelf zijn afkomstig van een klein plaatsje genaamd Landsberg Am Lech maar het klopt dat wij ons vooral richten op München. Het is een geweldige stad voor een muzikant, je vindt er heel veel clubs gaande van kleine zaaltjes tot gigantische arena’s dus er zijn voor bands van elke grootte kansen om op te treden. Wijzelf zijn beginnen optreden in een kleine jeugdclub en nu evolueren naar zalen die al wat meer capaciteit hebben.

Bene: als je ooit München bezoekt moet je als metalhead zeker eens binnen springen in de club ‘Backstage’, wij zijn daar zowat opgegroeid en de mensen daar vormen de harde kern van onze aanhangers.

Jullie zijn duidelijk muzikaal gegroeid tussen ‘Violent Demolition’ en ‘Awake The Riot’. Wat zie je zelf als de grootste verschilpunten?

Bene: je kan heel goed horen dat ons eerste album gemaakt is vanuit een soort naïef enthousiasme. Onze enige bezorgdheid toen was een plaat opnemen, zonder verdere ambitie.

Lenny: al de songs op ‘Violent Demolition’ hadden we ook al uitgebreid live kunnen uittesten. Met een tweede plaat heb je die luxe niet en moet je wat sneller werken. Daartegenover staat dat we ondertussen wel een pak professioneler zijn geworden. Door op tour te gaan krijg je ook verschillende invloeden binnen die zich ook vertalen in nieuwe nummers. Ondertussen zijn we natuurlijk ook als mens gegroeid. Toen we begonnen met Dust Bolt zaten we nog allemaal op school. Je kan dat bijvoorbeeld zien in de lyrics. Die eerste teksten gaan vooral over feesten en fun. We zijn nu allemaal 3 jaar ouder, gaan niet meer naar school en hebben andere bezorgdheden en verantwoordelijkheden. Het is logisch dat zich dat ook vertaalt naar de muziek die je maakt.

De ene dag nog student, de andere dag muzikant. Hoe reageerden jullie ouders daarop?

Lenny: ze zijn er ondertussen wel aan gewend. We zijn al heel jong beginnen muziek spelen en het is zelfs gebeurd dat we tussen twee examens door een gig gingen spelen. Onze ouders hebben daar nooit moeilijk over gedaan en speelden zelfs in het merendeel van de gevallen voor chauffeur.

Bene: ook nu nog komen ze regelmatig naar onze optredens. Ze hebben nooit moeilijk gedaan over onze keuze om 100% voor de muziek te gaan. Integendeel.

Op ‘Awake The Riot’ valt op dat de leadgitaar zich niet beperkt tot een zuiver thrash geluid, ik hoor death metal invloeden en zelfs blues à la Gary Moore…

Lenny: bedankt man, ik ben blij dat het je opvalt! Mijn absolute god is Chuck Schuldiner (Death, rip), hoe die man speelde… . Maar het klopt, ik probeer veel dingen uit wanneer ik denk dat het interessant zou kunnen klinken, soms werkt dat en soms ook niet. Zo hou ik het voor mezelf als muzikant ook boeiend. Of het nu blues, death metal of popmuziek is, in alle stijlen valt wel iets te rapen dat je kan binnensmokkelen in je eigen werk.

Hebben jullie nooit spijt dat je niet vroeger geboren bent om de opkomst van thrash begin jaren 80 mee te maken?

Bene: eigenlijk niet, ik denk zelfs dat het nu een ideaal moment is voor een band zoals de onze. Natuurlijk, het internet bestond nog niet en het zal ongetwijfeld meer hebben opgebracht dan nu maar daar kunnen we niets aan veranderen.

In tegenstelling tot die vroege bands zijn jullie opgegroeid met het internet, hoe kijken jullie daar tegenaan?

Bene: het is heel dubbel. Het is jammer dat je bijna geen inkomsten meer genereert uit platenverkoop door al dat downloaden maar langs de andere kant biedt het internet ook ongekende mogelijkheden, zeker voor beginnende bands.

Lenny: als je kijkt hoeveel respons we krijgen via Facebook dan kan ik dat alleen maar geweldig vinden, we verkopen heel veel merchandise via die weg. Het enige dat ik echt betreur is dat je het publiek veel moeilijker kan verrassen. Nog voor het optreden goed en wel is afgelopen staat de setlist al te pronken op het internet bijvoorbeeld. Voor ons is het overwegend een positief verhaal, we missen misschien daardoor wel wat geld maar tenslotte zijn we nooit muziek beginnen maken voor het geld.

Is muziek maken voor jullie een uitlaatklep, een manier om frustratie te kanaliseren?

Lenny: dat is het helemaal! Als sinds ik 13 jaar ben is metal voor mij de ideale therapie en dat is het nu nog steeds. Ik zou nooit zo’n rustige en makkelijke jongen zijn geworden zonder metal. Wanneer je naar de actualiteit kijkt zie je zoveel geweld en onrecht, dat maakt me bij momenten verschrikkelijk kwaad of droef. Die dingen kan ik dan vertalen naar muziek en zo kan ik ze uit mijn systeem werken. Je gebruikt met andere woorden je negatieve energie om iets positiefs te creëren en dat vind ik een enorm mooie gedachte.

Thrash is al enige tijd aan een opmars bezig, wat maakt jullie uniek ten opzichte van de ‘concurrentie’?

Lenny: (beslist) Onze live shows! We gaan er altijd volledig voor, wie naar ons komt kijken krijgt een heleboel energie in het gezicht geworpen. We verwerken ook wat atypische elementen in onze songs die toch wel wat afwijken van het standaard thrashrecept.

Bene: kom straks kijken en je weet het meteen.

Kennen jullie trouwens Belgische metalbands?

Lenny & Bene: Euhm (vertwijfelde blikken)

De ijverige merchdame aan de andere kant van het lokaal volgt geamuseerd het gesprek en roept keihard: Channel Zero!

Lenny: gek dat je dat net nu vraagt. We liepen daarstraks een beetje rond hier in Turnhout en kwamen samen tot de conclusie dat wij bijzonder weinig weten over België, ondanks het feit dat we toch buurlanden zijn. Laat staan dat we Belgische metalbands kennen. Enkel de Biebob in Vosselaar kennen we, maar welke metalhead kent die niet? Noem eens een Belgische thrashband.

Evil Invaders.

Bene: wat? Die gasten zijn steengoed! Wij gingen ervan uit dat het Nederlanders waren!

Ahum (beledigde blik)

Lenny: sorry man, we wilden je niet beledigen. Dat weten we dan weer wel: Belgians and Dutch don’t mix!

Tenslotte mogen jullie zelf een vraag kiezen, waarover zouden jullie het graag ter afsluiting hebben?

Bene: vraag ons eens hoe het als jonge band is om geconfronteerd te worden met de muziekindustrie.

Ok, hoe is dat?

Lenny: wij mogen ons gelukkig prijzen; tot nu toe zijn we nog nooit zwaar genaaid geweest maar ze hebben het al wel een aantal keer geprobeerd. Gelukkig kunnen we terugvallen op een drietal personen die we volledig kunnen vertrouwen en ons daarvoor behoeden. We merken wel dat je als jonge band vaak op weinig respect kunt rekenen. Ze gaan er dan maar van uit dat we geen slaapplaats of warm eten nodig hebben of dat je als jonge band wel onder de prijs wil optreden.

Bene: we hebben vooral gemerkt dat de muziekbusiness voor 20% over muziek gaat en voor 80% over business en dat is best wel een harde les. Mensen zijn soms helemaal niet bezig met wat je speelt maar wel met hoeveel potentiële inkomsten er in jou zitten. Het is hard, maar zo werkt het. En natuurlijk moeten er wel mensen zijn die bezig zijn met geld want zonder geld draait de boel ook niet.

Lenny: je komt best wel wat rare snuiters tegen in dit wereldje en niet iedereen heeft het beste met je voor. Het loont dan ook om op pad te gaan met een ervaren band als Obituary. Zij kennen het klappen van de zweep en zijn ook wel een beetje een rolmodel voor ons. Ze houden nog ontzettend veel zelf in de hand. Wist je trouwens dat ze ons zelf gevraagd hebben om mee op tournee te gaan? Ons! Heerlijk is dat, dan weet je weer waarom je het doet.

Categorie: