Eindejaarslijst 2015 van Jonas Van Laere

“Malo periculosam, libertatem quam quietam servitutem”, sprak Thomas Jefferson ooit. Vertaald levert dit volgende wijsheid op: Ik verkies onveilige vrijheid boven vredige slavernij. Een leefregel die ik na een zeer politiek en maatschappelijk bewogen jaar eens te meer wil promoten. In tijden waar we vrijheid als hoogste goed zien, maar deze bedreigd weten door dreigingsniveaus, bewaakte kerstmarkten, sociale media die een wereldvreemde definitie van privacy hebben, keuzecensuur bij bandnamen, ... willen sommigen ons raken in de ruimte waar we ons het meest vrij voelen. Als je op het moment van opperste gelukzaligheid in een concertzaal overvallen wordt door een onwillekeurige gedachte aan mogelijke ontsnappingsroutes bij noodsituaties, besef je dat de tijden ooit zorgelozer waren. 2015 zal dan ook het jaar worden waarin muziek andere dimensies wist te bestrijken.

Terugkijkend op 2015 wordt mijn top voornamelijk bevolkt door platen die de wereld op een eigenwijze manier proberen weer te geven of een spiegel voorhouden. Bundelingen van nummers die levensbevattelijke vragen opwerpen, maskers doen afvallen en op zoek gaan naar de kernlagen van onze ziel en ons zijn. Wie zich hierbij aan een portie tearjerkers verwacht, is bij voorbaat verloren. Het gaat hier om een amalgaam platen die bulderende gitaren, rauwe stemmen, dissonante beats, saxofoongeluiden met epische proporties en non-conformistische benaderingen van muziek bundelt. Lange leve de dissidente en vooruitstrevende (muzikale) verwoording van een bevolkingslaag die een positieve strijd wil voeren en zich niet wil inlaten met doorgedrongen negativisme.

Albums:

10. Son Lux - Bones

Een klassiek geschoolde pianist die zijn liefde voor beats niet onder de mat weet te vegen en zich ondertussen omringd heeft met twee zielsgenoten die zijn conceptuele benadering van muziek mee helpen vormgeven. Ziehier Son Lux, het geesteskind van Ryan Lott, dat sinds dit jaar als volwaardige band door het leven gaat. Zijn vierde langsspeler ‘Bones’ is wellicht de plaat die mij de meeste emotionele kopstoot heeft gegeven. ‘Flight’ bijvoorbeeld plaatst de existentiële twijfel op een pied de stalle in een concept dat vrolijkheid een bittere smaak meegeeft. Al draait ‘Bones’ niet om losse nummers, die allen van een consistent degelijk niveau zijn. De waarde van het album zit in het geheel, dat enkele aannames in ons brein op losse schroeven zet. Frappant hoe Lott er, bijna op profetisch wijze, in slaagt de positie van het individu in een wereld onderhevig aan een groeiend wij-zij denken, in vraag te stellen. Met rijzende vragen over persoonlijke verantwoordelijkheid, fight or flight mechanismes en actief burgerschap versus passieve laksheid als mogelijke uitkomst. Daarnaast speelt Son Lux op ‘Bones’ opnieuw met opbouw en structuur en maakt het van ingewikkelde elektronisch geïnspirereerde structuren een dansbaar, bewogen schouwspel. Geen klassieker, wel eentje die een duidelijke stempel naliet.

9. Kamasi Washington - The Epic

‘The epic’ – Episch: Tot de verhalende poëzie behorend. Althans zo luidt de verklaring volgens Van Dale. Kniesoren en citroenvreters laten zich hierbij wellicht meteen in met vooroordelen over rappers met grootheidswaanzin, megalomaan ego en compensatiedrang voor te kleine pietjes. Niets is minder waar, al weten we het niet zeker van die kleinschalige mannelijkheid, bij de vriendelijke reus Kamasi Washington. Hij voorzag eerder dit jaar Kendrick Lamar’s instant klassieker ‘To pimp a butterfly’ van arrangementen en werkte eerder met Flying Lotus, Nas en Herbie Hancock, maar overtreft met ‘The epic’ de stoutste verwachtingen.

Je moet een lefgozer zijn om te debuteren met een drie uur lang jazzspektakel, dat bovendien het gehele muziekuniversum met verstomming slaat. Zijn verdiende pluimen mochten dan al bijzonder kleurrijk zijn, met ‘The epic’ brengt Washington de dichterlijkheid van de jazz op een ontvangelijke wijze bij een groot publiek. Waar het stereotiep leeft dat dit genre moeilijk, ondoordringbaar en elitair is, zorgt dit triumviraat voor een heuse eye-opener. Harmonische arrangementen, trage intensiteit en aalvlugge freejazz, feeëriek in zijn meeste duivelse vorm, funky met een hoge dosis coolness. Kamasi Washington neemt de tijd en ruimte om de wortels van de jazz te laten groeien tot een bonte en aanlokkelijke boom met sappige vruchten en een felgekleurd bladerdek, deviant swingend door de ruisende wind.

8. Dez Mona - Origin

Vergeef me de zonde, voor u zit een Dez Mona leek. Na jaren ongewilde blindheid, is het licht mijn deel geworden. Gregory Fratteur en Nicolas Rombouts slagen er op Origin om hun combinatie van jazz, gospel en spirituals een eigentijdse grandeur te geven. De poorten naar een wereld van vurig sentiment, eigentijdse kronieken met zwermen melancholie en zelfbewuste wankelheid worden wagenwijd opengezet. Een plaat die littekens op de ziel blootlegt en zich als parasiet bij elke luisterbeurt sterker waant.

7. Creature With The Atom Brain - Night Of The Hunter

Jaren net onder de radar blijven en toch met elke worp naar het hoogste grijpen, ziehier de setting waar Aldo Struyf al jaren met Creature With The Atom Brain vertoeft. Het begon als spielerei tussen tours met Millionaire en The Mark Lanegan Band, maar eindigt met een beeldende climax in 2015. Vijf ongetitelde nummers, vijf grenzeloze werelden en vijf traagwerkende gifbekers, minutieus geregisseerd. Met dank aan een portie usual suspects; Barman, Lanegan, Vanhamel, Alain Johannes geven extra kleur aan de plaat. Maar ere wie ere toekomt, ‘Night of The Hunter’ werkt traag maar effectief in op het hart door zijn psychedelische grooves, zijn (bij wijlen Oosters getinte) brass elementen, zijn filmische samples, zijn subtiele percussie, zijn vervormde elektronica, kortom zijn eclectisme… Niet te beluisteren op een drafje, maar te savoureren bij het haardvuur onder het licht van de volle maan.

6. Protomartyr - The Agent Intellect

Postpunk, zoals ieder jaar vertegenwoordigd in mijn eigenste heilige lijst. Protomartyr doet het niet razend of op het randje van de afgrond, althans niet aan de oppervlakte. Joe Casey zingt niet, hij verhaalt, declameert met een soort lazyness die ongeïnteresseerdheid lijkt te prediken, maar onderhuids net verbetendheid verbeeldt. Een plaat die traag voorbijraast met een, op het eerste gezicht onopvallend, hoog aantal beklijvende pareltjes. En een muzikale omkadering die nooit de bovenhand neemt, maar op de achtergrond een onmetelijk doeltreffende omkadering schept.

5. Cult of Youth - Final Days

Hoe schlemielig is het om een dijk van een plaat te releasen enkele weken voor het eindejaar? Wetende dat je het eindejaarslijstje niet meer haalt omdat deze al in druk zijn en in theorie geen plaats meer hebt in het jaar dat komt. Gelukkig heeft deze sociaal werker lak aan dergelijke conventies en laat ik met deze kleine vorm van balorigheid gerechtigheid geschieden. Met ‘Final Days’ zwerft Cult Of Youth ergens in een landschap dat het midden houdt tussen industrial post folk en psychedelische punk. Nog zo’n plaat die ons (religieus) wereldbeeld een ferme muilpeer verkoopt en genadeloos advocaat van de duivel speelt. Een akoustische gitaar, roffelende drums, miezerende elektronica en een mondholte gevuld met schuurpapier. Meer heeft Cult Of Youth niet nodig om de fundamenten van ieders geloof (whatever that may include) of filosofie te doen daveren, en als het moet genadeloos neer te sabelen. Cultplaat, cultband, cultfilosofie, cultfolk, cultcult en culthit ‘Sanctuary’. De nada!

4. Jlin - Dark Energy

Hoe zou het zijn om ’s nachts door een futuristische versie van Sodom en Gomorra te dwalen? Waar de straten geplaveid zijn met verderf en rampspoed en de lucht bestaat uit 60% onguurheid en 40% verdorvenheid… ‘Dark energy’ is de muzikale evocatie van dit denkbeeldig landschap, geschapen door de vrouwelijke footwork producer Jlin. Met een razend pallet van samples laat ze haar eigen composities natuurlijk bewegen doorheen een aritmisch territorium van house en gevoelsmatige beats.

Hoogvlieger ‘Black diamond’ dient zich aan als afro Amerikaanse militante percussie met futuristische inslag die via samples uit Mortal Kombat het geheel naar algemeen dreigingsniveau 4 laat evolueren. Afwijkend zegt u? Helemaal, maar dan wel met een uitzonderlijke overtuigingskracht. ‘Dark energy’ laat elk lichaamshaartje rechtop veren, maar slaagt er tevens in de beenspieren te masseren richting zonderlinge dansvloer.

3. Viet Cong - Viet Cong

We spreken januari 2015, een stel Canadezen deed ons watertanden met hun grillige en onberekenbare debuut. Vier Belgische passages, waaronder één als curator van Sonic City, en een goed jaar verder en staat diezelfde plaat nog steeds in de hoogste regionen van mijn luisterlijst. ‘Newspaper Spoons’ omschreven na het eerste gehoor als volgt: “Drum en gitaar zorgen voor een soundtrack bij een slavernijscène uit een sciencefictionfilm: een sfeer van verdoemenis gedomineerd door een gigantische kolos die het werkritme bepaalt via grote pauken en gitaren die klinken als disharmonische slijpschijven. Tot de bijna feeërieke synths de ijzigheid wegdrummen en de poort naar licht en kleur openduwen.” Viet Cong verliest met zijn post-punk nooit de controle, al gaat de band regelmatig verschillende richtingen tegelijk uit waarbij instrumenten tegelijk zichzelf en de rest lijken uit de dagen. Een spel van aantrekken en afstoten waar zanger Matt Flegel met veel plezier de advocaat van de duivel in speelt.

2. Roosbeef - Kalf

Verliefd worden, een momentopname van innerlijk geluk en onnoemelijke hartstocht. Roosbeef slaagt in deze emotionele overval met haar plaat ‘Kalf’. De eerste rollende ‘r’ tijdens Amerika vervult het hart van totale ontwapening, wat volgt is een soms confronterende, meestal zielzalvende glorietocht doorheen de alledaagse “emotionaliteit”. Raak Mij Aan is met voorsprong de meest intense en waarheidsgetrouwe ballade van het decennium, en hierbij houden we zelf nog geen rekening met de intense muzikale omkadering . Lang geleden dat de Nederlandse taal in popmuziek zo doeltreffend, zacht lyrisch gebruikt werd dan op ‘Kalf’. Roosbeef creëert een naief speelse wereld die ter gepaste tijd met een brede “ontwapenende” meisjesglimlach zout in de wonde strooit en de maatschappijkritiek niet schuwt.

1. Kendrick Lamar - To Pimp A Butterfly

Met chirurgische precisie tot op het bot snijden, dat is de samenvatting van Kendrick Lamar’s ‘To Pimp A Butterfly’. In de eerste plaats bij zichzelf, daarnaast bij bij politici, wereldleiders, Jan Modaal, haters en lovers en iedereen die daar ergens tussen in hangt. Lamar schuwt de controverse niet, maar verpakt ze wel in (subtiele) lagen intellectueel vernuft. Van het vrolijk en radiovriendelijke King Kunta tot het freejazzende For Free, waarin hij onnavolgbare jazzrhymes spuwt, tot het zwartgallige, zelfhaat dragende The Blacker The Berry, beschrijft Lamar zijn leefwereld, zijn geschiedenis, zijn toekomst, zijn zijn. Zonder omwegen of scrupules, zelflievend ( i ) en vol (zelf)kritiek ( u ). ‘To Pimp A Butterfly’ is vanuit alle hoeken bekeken geniaal en dus terecht de plaat van het jaar.


Concerten:

10. Het Zesde Metaal op Zebrawoods
9. Underworld op Pukkelpop
8. Goat op Pukkelpop
7. Suuns + Jerusalem In My Heart op Sonic City in De Kreun
6. Thurston Moore op Sonic City in De Kreun
5. The Soft Moon op Pukkelpop
4. James Blake op Pukkelpop
3. Swans in De Kreun
2. Nick Cave in Koninklijk Circus
1. Godspeed You! Black Emperor in Koninklijk Circus

Een lijst van geweldige songs van 2015 is niet aan mij besteed, daar ik het geweldige mankement bezit van geen namen van titels te onthouden. Maar om dit toch enigszins goed te maken aan de artiesten van wie ik dit jaar meermaals heb genoten, doch omwille van obscure of minder obscure redenen niet tot in de heilige lijst van laureaten geraakt, geef ik ze jullie gewoon op een gouden dienblad. Ben je dus nog op zoek naar pareltjes om je vrienden mee de loef af te steken, ga dan zelf eens grasduinen in het recente oeuvre van volgende artiesten:

STUFF, Tourist LeMC, Benjamin Clementine, Olga Bell, Omar Souleman, Algiers, Arca, Baio, Beach House, Ben Khan, Blanck Mass, Chelsea Wolfe, Courtney Barnett, Dan Deacon, Destroyer, Destruction Unit, Föllakzoid, Four Tet, Girl Band, Gregory Porter, HEALTH, Het Zesde Metaal, iji, Meat Wave, Ought, QUARTERBACKS, Raketkanon, Ryley Walker, Screaming Females, Sleaford Mods, Sufjan Stevens, The K., Queen Kwong en Thundercat

Categorie: