Review Lokerse Feesten 2022: maandag 8 augustus - Van punk tot ska en folk
8 augustus 2022 was het zover: neen, niet de eerste dag van de aangekondigde hittegolf, maar wel de ondertussen traditionele punkdag van de Lokerse Feesten.
Het was een ideale setting om de hanekam nog eens te showen hier op de Grote Kaai in Lokeren. Onder een warm, ondergaand zonnetje zou het stof hier gaan oplaaien, wees daar maar zeker van. Met mondjesmaat liep het terrein behoorlijk vol met een kleurrijk en divers uitziend publiek. Tijd voor punkrock!
Om stipt 19:00 mocht Anti-Flag de avond aftrappen, en ze deden dat op de manier die we van deze Pittsburgh punks mochten verwachten. Een set die bruiste van de energie. Openen deden ze met The Press Corpse dat naadloos gevolgd werd door Die For Your Government. Ook al is het dan een punkband, de details moeten wel kloppen: zo moesten er zwarte handdoekjes ipv witte on stage liggen. En als ik er zo over nadenk is Anti-Flag ook de enige punkband met een achtergrondzanger. Maar dat mocht de fun niet drukken. En zoals het Anti-Flag beaamt, focussen ze ook even de aandacht van het publiek op de oorlog in Oekraïne, want deze had ondertussen al dag 160 bereikt. Een leuk moment tijdens hun set was de medley van The Clash/The Sex Pistols/Black Flag/Rancid/Sham 69/The Ramones. Het was nog vroeg maar als dit het niveau werd van de rest van de avond dan zat het zeker goed. Nadat ze als afsluiter The Brandenburg Gate speelden, was het tijd voor de enige Belgische band op de line-up, althans om het hoofdpodium.
Nadat we even bekomen waren was het tijd voor SONS, en hier viel toch wel op dat de programmamaker een foutje had gemaakt. Deze jongens hadden beter van plaats gewisseld met Anti-Flag. Want als opwarmertje hadden ze een betere beurt gemaakt. De energie en sfeer van het optreden van Anti-Flag, verdween als sneeuw voor de al te hete zon. Het gevaar dat je verwacht bij een punkband was ver zoek. Stouter dan een song getiteld Naughty werd het niet. De jongens hadden precies maar één doel: hun set (weliswaar foutloos) afhaspelen en een paardenworst gaan eten. Daarbij lieten we enkele nieuwe songs van hun nieuw album Sweet Boy horen, zoals Succeed. Weinig interactie met het publiek behalve dan met hun lokale schere fans, een gitarist die wat weg heeft van Weird Al Yankovic en een bassist die net zo goed bij Bazart of Oscar And The Wolf kan aantreden. Afsluiten deden ze met hun hit Ricochet, en dat was ook de opsomming van het optreden: een afketser.
Gelukkig kregen ze daarna een masterclass “hoe het publiek inpakken” door The Interrupters. Deze ska band maakte in hun openingsnummer al duidelijk: we are here to “take back the power” en bevestigden daarna dat ze de “Title Holder” qua sfeerscheppen zijn. Zangeres Aimee Interrupter glimlachte van links tot rechts, liep huppeldend en dansend over het hele podium en had oprecht zin in het optreden. En ook al valt het op dat er een Tim Armstrong-sausje over de band druipt, dat kon de sfeer niet drukken. Het plezier en het bespelen van het publiek hadden ze volledig te pakken, dus het was geen verrassing dat er tot aan de eetkraampjes niemand stil stond. Ook stonden ze stil bij het feit dat Bad Religion hun tournee heeft moeten inkorten omwille van familiale redenen, en verwende het publiek met een cover van Sorrow. Waar we halverwege de set nog gewoon “a friend like me” waren, waren we op het einde van de show al “family”. Aimee was ook goed op de hoogte van de stormram die na hen zou aantreden en sloot af met hun hit Kerosine. Al was dit misschien eerder pro forma, daar ze het publiek al een uur lang in vuur en vlam had gezet.
Het kruidvat genaamd Heideroosjes deed het publiek nog verder ontploffen. Zoals hierboven al gezegd had Bad Religion hun tournee moeten inkorten. Is de organisatie gegaan voor de makkelijkste oplossing door de Heideroosjes te boeken? Of was er echt geen andere internationale band beschikbaar? We zullen het niet weten. Waar Bad Religion punkrock royalty is, zijn de Heideroosjes natuurlijk ook geen hofnarren meer. Het was hun eerste optreden in drie jaar, en ze hebben Fred (de bassist) nog vanop een Franse camping moeten oppikken. Wat is dat toch met Nederlanders en kamperen! Opkomen deden de Roosjes zoals altijd met Break the Public Peace en Time is Ticking Away. Het leek wel alsof ze nooit een drie jaar durende pauze hebben gehad. Natuurlijk stond zanger Marco Roelofs stil bij de pandemie en het ontstaan van de woorden ‘wappie’, ‘complottheorie’ en de pandemie. En ook al zei hij dat hij het er niet veel over ging hebben, toch kwam het om de paar nummers even terug.
Tijdens die pandemie hadden ze een nieuw album opgenomen genaamd Infocalyps, waarvan ze het nummer Huilie Huilie speelden, meteen ook het enige minpuntje in de set. Marco bleef zoals we hem kennen van links naar rechts lopen en karate kicks doen, alsof hij even in de verf wou zetten dat er een reprint LP van Kung Fu is uitgebracht. Hits als Damclub Hooligan, Ik wil niks en Fistful of Ideals werden luidkeels meegebruld. En dan moest de cover van Bad Religion’s 21st Century Digital Boy nog komen. Het feit dat de band ook stil stond bij iedereen die een dierbare heeft verloren net voordat ze Ik zie je later inzetten zorgde voor enkele natte oogjes op de weide. Al bij al was het een schot in de (heide)roos en het feit dat de band zelfs na al die jaren nog zoveel plezier op het podium had, werkte gewoon aanstekelijk, en oh ironie, het enige moment dat het opviel dat ze niet meer 100% op elkaar ingespeeld waren was bij Lekker Belangrijk. Wat ze dankzij de kwinkslag van Fred vlotjes oplosten, want laten we eerlijk zijn, een band die eens een fuck up maakt is toch gewoon LEKKER BELANGRIJK. Na Tering Tyfus Takketrut en United Scum werd het tijd om ons klaar te maken voor de headliner van vanavond.
Iedere keer als je Flogging Molly het podium ziet oplopen, lijkt het wel of je naar de plaatselijke loopwedstrijd kijkt. Negen leden die hun plaats op het podium moeten innemen blijft indrukwekkend. Het is alsof de band wist dat er genoeg bier gevloeid heeft over de weide en het tijd was voor een 'lullaby'. Dus geen verrassing hier, Drunken Lullabies als opener gaf het startschot om die stramme spieren nog eens los te zwieren.
Zoals je bij een folkpunkband verwacht, passeren de accordeon, tin whistle en viool vlot de revue, maar bij deze band verveelt dat geen minuut. Waar ze afwisselen tussen hun oude en nieuwere nummers, zoals Swagger, These Times Have Got Me Drinking en Crushed, merk je dat het niveau en snelheid van band heel hoog lag. Gelukkig zorgden ze er ook voor dat het publiek in de pit goed gehydrateerd bleef door de nodige Guinness in het publiek te smijten. Eens iedereen weer op adem gekomen was, was het tijd om The Devil’s Dancefloor te spelen en nog eens even door te duwen naar het rustmomentje van hun show: If I Ever Leave This World Alive. Dit rustig momentje was maar van korte duur want ze waren zeker van plan om met een bom te eindigen. What’s left of the Flag en Seven Deadly Sins zorgden voor de welverdiende apotheose van deze punkdag.
Direct na de set van Flogging Molly klonk Monthy Python’s Always look on the bright side of life door de boxen. Dit zorgde voor een hilarisch moment op het podium waar heel de band zowat heel hun crew uit de backstage op het podium sleurde om mee te zingen en te dansen. Een fijn einde van een al even fijne avond! DJ Eppo Jansen mocht de resterende feestvierders tot slot nog entertainen.
Tijdens al dat punkgeweld stond er ook in de Club StuBru (de zaal van de Lokerse sporthal) moois geprogrammeerd. We staken onze neus daar steeds voor minstens enkele songs binnen om ook daar de sfeer en de muziek op te snuiven tussen de artiesten op het hoofdpodium door. Daar valt immers steeds een ontdekking te doen. Wist je dat Brutus hier nog gespeeld heeft, alsook SONS? Het eerste jonge drietal dat helaas voor een zo goed als lege zaal mocht openen was HEISA. De focus ligt vooral op het muzikale, de zang is eerder bijkomstig en deel van de muziek als het ware. De gasten deden hun best met hun feitelijk serene podiumprésence dat voor een waar underground sfeertje zorgde en ze wisten het karig opgedaagde publiek zeker mee te krijgen. Een lokale band met groeipotentieel.
Een ander jong lokaal talent volgde hen op, het uit Antwerpen afkomstige Meltheads. Dit viertal gaf volle gas van begin af aan. Met hun gekke fratsen en outfits wisten ze het al wat meer opgedaagde publiek te overtuigen van hun garage rock met een vleugje punk, want de ene moment ging het er rockerig aan toe terwijl de andere moment een sneltrein passeerde met hun rauwe gitaren.
Tijd voor Engels daar in Club StuBru. Cucamaras komt uit Nottingham en speelt post... iets, aldus hun omschrijving. Wat wij ervan maken is stevige rock en als er dan toch het woordje 'post' bij moet: post-rock. De aangename stem van de zanger werd gecombineerd met lekkere rock dat veel mensen aan het dansen zette. We hoorden onder andere Porcelain, Safe Bet en Winners Chapel.
Als afsluiter in de Club Stubru stond Dirk. geprogrammeerd. Ze zullen zo stilaan deze club ontgroeien, want deze mannen zijn goed bezig. In 2016 wonnen ze net niet Humo's Rock Rally, maar de band gebruikte in elk geval die ervaring om zelf verder te werken aan hun succes, met nu dus een headlinerpositie in de Club StuBru van de Lokerse Feesten. De zaal stond zowaar nokvol! Ze pakten het massaal opgedaagde publiek in met hun kwaliteitsvolle rocksongs, zoals met hun grote hits Toothpick en Toulouse. Wij houden van Dirk. en Dirk. ook van ons.
Bekijk ook de fotoreportage hier.
Beluister onze Spotify GigView on tour playlist!